• Voor 16.00 uur besteld, morgen in huis
  • Gratis verzending vanaf € 40,- (Alleen Nederland)
  • TELEFONISCHE HELPDESK 010 492 02 35 (Let op: wij zijn niet de fabrikant! Zie klantenservice-info)

Hond meenemen in de auto

Een hond meenemen in de auto kan een gezellige ervaring zijn, maar vraagt wel om wat voorbereiding. Sommige honden vinden autorijden heerlijk, terwijl anderen juist onrustig of zenuwachtig worden. Met de juiste hulpmiddelen, wordt het toch een succes!
Lees meer

Hond meenemen in de auto met onze 20 tips!

Een hond meenemen in de auto vraagt voorbereiding, maar het levert ook veel op: vrijheid, gezelschap en plezier onderweg. Met een goede combinatie van veiligheid, comfort en regelmaat wordt autorijden een prettige ervaring voor beide.

1. Laat je hond wennen aan de auto

Honden ervaren de auto niet vanzelf als een prettige plek. Begin daarom met korte ritten om vertrouwen op te bouwen. Laat je hond eerst rustig instappen terwijl de motor uitstaat. Beloon hem met een beloning of speeltje zodat hij de auto associeert met iets positiefs.

Wanneer je hond ontspannen is, kun je de motor kort starten en een klein rondje rijden. Blijf dit stap voor stap uitbreiden. Angstige honden hebben baat bij geduldige herhaling: hoe rustiger de ervaring, hoe prettiger ze zich in de toekomst voelen.

Let op de lichaamstaal van je hond. Overmatig hijgen, janken of trillen kan wijzen op stress. Stop dan even, geef hem rust en probeer het later opnieuw.


2. Zorg voor een veilige instap en uitstap

De meeste ongelukken met honden in of rond auto’s gebeuren bij het in- of uitstappen. Vooral bij hoge auto’s of oudere honden kan de sprong belastend zijn voor gewrichten of rug.

Een hondenloopplank biedt hiervoor de ideale oplossing. Je hond kan veilig en zonder risico op blessures de auto in en uit lopen. Zeker bij rassen met korte poten, pups in de groei of honden met heupdysplasie is dit een groot voordeel.

Kies een stevige, antislip loopplank die past bij het gewicht van je hond. Telescopische varianten zijn handig omdat je de lengte kunt aanpassen aan de hoogte van je auto. Zorg dat de plank stabiel ligt en laat je hond er thuis eerst even aan wennen. Beloon elke poging en forceer niets.


3. Geef je hond een vaste, veilige plek

Een hond mag in Nederland niet los in de auto zitten. Dat is niet alleen gevaarlijk voor de bestuurder, maar ook voor de hond zelf. Bij plotseling remmen of een aanrijding kan een hond als projectiel door de auto vliegen.

Gebruik daarom een hondenzitje voor in de auto of een speciaal autotuigje dat je vastmaakt aan de veiligheidsgordel. Voor kleine honden zijn verhoogde hondenzitjes ideaal. Ze kunnen veilig naar buiten kijken, wat rustgevend werkt, en blijven stevig op hun plek zitten.

Grotere honden kun je het beste vastzetten met een autogordeladapter of vervoeren in de kofferbak achter een hondenrek. Zorg ervoor dat de hond voldoende ruimte heeft om te liggen en dat de ondergrond niet glad is.


4. Beperk stress en wagenziekte

Net als mensen kunnen honden wagenziek worden. Vooral jonge honden of honden die spanning voelen in de auto hebben hier last van. Typische signalen zijn kwijlen, gapen of onrustig gedrag.

Tips om wagenziekte te voorkomen:

  • Laat je hond niet vlak voor vertrek eten.

  • Zorg voor frisse lucht in de auto.

  • Vermijd scherpe bochten en plotseling remmen.

  • Maak regelmatig korte stops om te wandelen.

Sommige honden vinden het prettig als ze iets bekends ruiken. Leg bijvoorbeeld hun eigen dekentje of favoriete speeltje in de auto. Een rustige rijstijl en zachte stem doen vaak wonderen.


5. Let op de temperatuur in de auto

Oververhitting is één van de grootste gevaren bij het meenemen van honden in de auto. Honden kunnen hun warmte alleen kwijt via hijgen, en een stilstaande auto kan in enkele minuten veranderen in een oven.

Zorg dat de auto goed geventileerd blijft. Gebruik airconditioning of zet de ramen op een kier, maar voorkom dat je hond zijn kop uit het raam steekt – dat kan leiden tot oorontstekingen of oogletsel door opvliegend vuil.

Laat je hond nooit alleen in de auto, ook niet in de schaduw. Zelfs bij milde temperaturen kan het binnen dertig graden worden in een afgesloten auto.


6. Neem voldoende pauzes onderweg

Plan elke twee à drie uur een korte pauze, zeker bij langere ritten. Laat je hond even lopen, wat drinken en eventueel zijn behoefte doen. Gebruik hiervoor veilige, rustige plekken – geen drukke parkeerplaatsen.

Tijdens de pauze kun je de spieren van je hond wat los masseren en hem wat laten snuffelen. Dat helpt spanning af te bouwen en voorkomt stijfheid. Zorg voor een stevige riem en houd de omgeving in de gaten. Op onbekende plekken kan een hond sneller schrikken of de weg kwijt raken.


7. Zorg voor voldoende water en schaduw

Honden drogen snel uit tijdens het reizen. Neem altijd vers water mee in een afsluitbare fles of een opvouwbare drinkbak. Bied regelmatig kleine beetjes aan, zeker bij warm weer of airco-gebruik.

Vermijd metalen bakken in de zon, die kunnen heet worden. Gebruik liever kunststof of siliconen drinkbakjes. Als je regelmatig reist, zijn speciale reisdrinkbakken een uitkomst – ze morsen niet tijdens het rijden.


8. Vermijd harde geluiden en plotselinge bewegingen

Harde muziek, dichtslaande deuren en onverwachte bochten zorgen voor stress bij honden. Rij rustig, draai geen harde muziek en praat kalm tegen je hond. Honden voelen jouw spanning aan – als jij rustig bent, blijft hij dat ook.

Sommige honden reageren goed op rustgevende geluiden, zoals zachte klassieke muziek of white noise. Experimenteer hiermee tijdens langere ritten.


9. Gebruik beschermhoezen of autodekens

Een achterbankhoes of kofferbakmat beschermt de auto tegen haren, modder en krassen. Zeker na een strandwandeling of bosrit is dat geen overbodige luxe.

Er zijn hoezen met openingen voor gordels, zodat je een autotuigje nog steeds veilig kunt bevestigen. Gebruik bij voorkeur een antislipversie zodat je hond niet gaat glijden in bochten.


10. Controleer de chip en het hondenpaspoort

Voordat je met je hond op reis gaat, zeker naar het buitenland, is het belangrijk om te controleren of de chip goed geregistreerd is. De chip moet overeenkomen met het nummer in het hondenpaspoort.

Gebruik eventueel een chiplezer om te controleren of de chip nog goed uitleesbaar is. Vergeet ook niet te checken of de rabiësvaccinatie nog geldig is. Zonder geldige registratie en vaccinatie mag je in veel landen de grens niet over.


11. Bereid je voor op noodsituaties

Neem altijd een EHBO-set voor honden mee. Denk aan pleisters, ontsmettingsmiddel, tekentang en eventuele medicatie. Noteer ook het telefoonnummer van je eigen dierenarts én een lokale dierenarts op je bestemming.

Zorg daarnaast dat je een stevige riem en een reservepenning bij je hebt, voor het geval je hond losraakt. Veiligheid begint bij voorbereiding.


12. Geef je hond een herkenbare geur en structuur

Honden houden van routine. Geef hem dus tijdens lange ritten herkenbare signalen, zoals vaste stopmomenten of dezelfde commando’s bij in- en uitstappen.

Een eigen dekentje of mand met vertrouwde geur helpt bij ontspanning. Gebruik geen nieuwe of sterk geurende producten in de auto vlak voor vertrek. Bekende geuren werken rustgevend en maken de overgang naar een nieuwe omgeving makkelijker.


13. Let op de juiste houding tijdens de rit

Honden zitten of liggen het liefst stabiel. Laat je hond niet voortdurend staan of leunen tegen de autodeur. Dat kan op den duur tot spierpijn leiden, zeker bij langere ritten.

Een goed hondenzitje of stevige ondergrond in de kofferbak zorgt ervoor dat hij comfortabel kan liggen zonder te schuiven. Let er ook op dat hij niet te dicht bij ventilatieroosters ligt, om kou of tocht te voorkomen.


14. Maak de eerste kilometers rustig

De eerste kilometers van een rit zijn vaak het spannendst voor honden. Begin rustig, met gelijkmatige snelheid en zonder plotselinge bewegingen. Laat je hond wennen aan het geluid van de motor en de trillingen van de weg.

Als je hond onrustig is, kun je even zachtjes praten of zijn favoriete speeltje aanbieden. Beloon kalm gedrag met een aai of compliment. Zo leert hij dat autorijden voorspelbaar en veilig is.


15. Let op gedragssignalen tijdens het rijden

Je hond kan niet zeggen dat hij zich niet goed voelt, maar zijn gedrag vertelt veel. Overmatig hijgen, gapen, onrustig draaien of janken kunnen wijzen op stress of misselijkheid.

Ziet je hond er ontspannen uit – ogen halfdicht, lichaam rustig, ademhaling gelijkmatig – dan is hij op zijn gemak. Let hier actief op, zeker bij lange ritten.


16. Stop altijd op een veilige plek

Laat je hond nooit uit bij een drukke weg of parkeerplaats. Gebruik veilige stopplaatsen met voldoende gras of schaduw. Zet de auto op de handrem, houd de deur aan de verkeersvrije kant open en lijn je hond aan voordat hij uitstapt.

Leer hem het commando “wachten” zodat hij niet onverwacht de auto uitspringt. Zo voorkom je gevaarlijke situaties, vooral als je kinderen meeneemt of veel bagage hebt.


17. Controleer de instaphoogte van je auto

Bij hogere auto’s, zoals SUV’s of campers, is een hondenloopplank bijna onmisbaar. Honden die regelmatig springen, belasten hun gewrichten onnodig, wat op termijn tot klachten kan leiden.

Een stevige loopplank voorkomt blessures en zorgt voor zelfstandigheid. Veel honden vinden het bovendien prettig om rustig zelf in te stappen in plaats van opgetild te worden.


18. Maak de rit ook mentaal interessant

Honden vervelen zich snel tijdens lange ritten. Stop daarom af en toe op een leuke plek waar ze even kunnen snuffelen of rennen. Zo blijft de reis niet alleen fysiek, maar ook mentaal aangenaam.

Een korte wandeling tussendoor maakt het verschil tussen een gespannen en een ontspannen hond.


19. Houd rekening met het seizoen

In de zomer is oververhitting het grootste risico, maar in de winter speelt kou een rol. Honden die stil liggen in de auto kunnen het snel koud krijgen, zeker bij tocht of airco. Gebruik eventueel een fleecekleed of hondendeken, maar voorkom dat het te warm wordt.

Controleer ook of je hond niet nat de auto in stapt; vocht in de vacht koelt snel af tijdens het rijden.


20. Na aankomst: geef rust en herkenning

Een lange autorit is intensief voor honden, zowel fysiek als mentaal. Geef hem na aankomst de tijd om te ontspannen. Laat hem eerst rustig snuffelen, water drinken en even wandelen voordat je hem in een nieuwe omgeving alleen laat.

Zet zijn eigen mand of deken in de ruimte waar hij slaapt, zodat hij zich snel thuis voelt.



Digikeur
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? Ja Nee Meer over cookies »